top of page

Over De Brouwer en De Lichte

Op de gemeenteraad van juni stelde Bezorgde Burger Ingo Luypaert tijdens het vragenhalfuurtje de - zeer terechte - vraag wat het gemeentebestuur doet/kan doen om duiding te geven bij historische figuren van wie de naam opduikt in de publieke ruimte.


De Coöperatie deelt die bekommernis ten volle en fractieleider Johan De Ryck maakt daaromtrent verder deze bedenkingen aan de hand van een tweetal cases.


Jan Huib Nas


Uit de raad ... Johan


Op monumenten, straatnaamborden en dergelijke komen wel eens namen voor van Ledenaars uit het verleden, maar waarvan de burger - zelf al dan niet van Leedse origine - (nog) nauwelijks iets af weet. Archeoloog en ingeweken Ledenaar Luypaert toont een oprechte historische interesse en nieuwsgierigheid naar deze personages.


1. Jozef De Brouwer


Concrete aanleiding voor de vraagstelling allicht is de viering van wijlen pastoor Jozef De Brouwer, in Impe op 10 juli aanstaande. Een organisatie van Heemschut Lede, Davidsfonds en Marnixring Aalst. Ook Erfgoedcel Denderland – een intercommunaal samenwerkingsverband waaraan ook de gemeente Lede participeert - verleent zijn medewerking. De gemeente zelf verleent hieraan GEEN medewerking, tenzij men het ter beschikking stellen van Huize Moens voor een zogeheten Academische Zitting zou beschouwen als een daad van … euh collaboratie.


De Brouwer (1909- 1984) was pastoor in Impe van 1954 tot 1964 en bleef vooral bekend omwille van zijn historisch-heemkundig werk, maar ook om zijn uitgesproken Vlaams-nationale overtuiging. En daar wringt nog altijd het schoentje, zelfs anno vandaag. Als jonge geestelijke tijdens Wereldoorlog II was hij, om het met een containerbegrip te zeggen, 'nogal Duitsgezind'. Maar hem wegzetten zoals sommigen doen als de plaatselijke Cyriel Verschaeve is er los over, daarvoor ontbreekt elk hard historisch bewijs. Wél heeft de eerwaarde heer na de oorlog volop steun verleend aan slachtoffers van de repressie, Oostfronters en collaborateurs allerhande Met als hoogtepunt de beruchte 11 juli vieringen telkenjare op Impe Dorp. Vanwaar wellicht de roep “Impe – Klein Duitsland”...


Het is onmogelijk om in een kort bestek alle facetten en nuances van dit verhaal weer te geven: wij verwijzen graag naar twee publicaties:


  1. De Kerk in het midden houden? Houdingen van de diocesane clerus van de bisdommen Gent en Brugge tijdens de Tweede Wereldoorlog” Scriptie van Pieterjan De Coninck, digitaal raadpleegbaar.

  2. 2/ “Omme God ende Vlaenderen” biografie van Jozef De Brouwer door Jozef Roelants, digitaal raadpleegbaar .


De Brouwer was ook lid van Protea, Broederband, het Sint-Maartensfonds ...Voor de éne zal deze zwartrok dan ook altijd een “zwartzak” blijven, voor de andere vooral de verdienstelijke heemkundige (ook als was hij geen geschoold historicus), mede-stichter tevens van Heemschut Lede.


Er is trouwens nog een interessant aspect : conservatief Jef De Brouwer was eind jaren 60 als pastoor in Sint-Gillis-Dendermonde gewikkeld in een sterk gemediatiseerd conflict met zijn progressieve onderpastoor Gilbert Verhaegen. Aanleiding was banaal : waar moeten de centen van de parochie voor dienen: nieuwe vloertegels voor de kerk of een nieuw jeugdhuis? Oorzaak was uiteraard een dieperliggend conflict tussen een behoudsgezind of vernieuwend kerkbeeld. Conclusie: de aandacht voor de figuur De Brouwer is terecht, maar dan wel in al zijn complexiteit.


O ja, De Brouwer krijgt op 10 juli “een herdenkingsplaat aan de pastorij in Impe” zegt de uitnodiging. Let wel de Impse pastorij is al lang geen pastoorsverblijf meer, maar een privéwoning.


2. Jan De Lichte


Ons tweede voorbeeld is ongemakkelijker. Jan De Lichte, notoir gangster in 1748 in Aalst geradbraakt na een leven vol roofmoord. Een schurk zonder weerga, daar bestaat geen twijfel over.


En toch: een boek (Louis Paul Boon), een musical (Wim De Craene), een monument (Roel D'Haese), een stripverhaal en een Televisiereeks (VTM) later zou je gaan geloven dat het niet zomaar een bandiet was maar ook een idealist, een voorvechter van de klasselozen tegen de gevestigde orde, een soort Robin Hood van Aalst, quoi.

En dus organiseerde de gemeente Lede op zondag 24 april een erfgoeddag rond Jan de Lichte. Een maand eerder plande de Bibliotheek in het kader van de Jeugdboekenmaand een zelfde project voor de schoolkinderen van het vijfde en zesde leerjaar! (u leest het goed).


(en nu volgt een citaat uit de krant, die het heeft over volksfiguur Jan de Lichte (sic)) “Over de figuur van Jan de Lichte worden er in het bos van Smetlede verhalen verteld en spelletjes gespeeld. “Het spel wil vooral de kinderen kritisch laten omgaan met getuigenissen en media, er hen bewust van laten worden dat een getuigenis subjectief is. We willen de gruweldaden van Jan de Lichte zeker niet minimaliseren. We lieten de verhalen ook op voorhand nalezen door enkele leerkrachten en kinderen. Voor de kinderen wordt er gehamerd op de verwerking van de verhalen in de klassen, met duidelijke verwijzing naar het uiteindelijke vonnis dat over Jan De Lichte werd uitgesproken en dat eigenlijk geen twijfel laat over de schuldvraag", laat bibliothecaris Raf Ermens weten.”


Het commentaar van Ermens kwam er wellicht nadat wij in het Beheersorgaan van de Bibliotheek gerede twijfels hadden uitgesproken over het voorleggen van dit vraagstuk aan kinderen van 11 jaar !Stel dat men over 300 jaar aan lagere school kinderen de vraag zou stellen: “Was Marc Dutroux een abjecte crimineel of eerder een Vrijheidsstrijder in het Emancipatiestreven voor de Pedosexualiteit?” De Gilles de Rais van de 20ste eeuw? Men zou de vraagsteller meteen afvoeren naar de psychiatrie of erger. Terecht.


Nee, de vraagstelling omtrent Jan De Lichte is een intellectuele oefening die ik graag voorgelegd wil zien aan pakweg Master-studenten geschiedenis, die toegang hebben tot alle bronnen, een opleiding en een vaardigheid “Historische Kritiek” mee hebben, en daar de nodige tijd en begeleiding bij krijgen. Maar niet aan scholieren die hun Plechtige Communie nog moeten doen. Komaan zeg.


Johan De Ryck


82 weergaven
bottom of page