Over handel en middenstand
Dagboek van een politiek jogger - 20
Vandaag is het woensdag 26 september, de dag na de jaarmarkt. Ik besluit om te gaan lopen in het centrum van Lede. Waarschijnlijk kom ik daar veel mensen tegen, die hun stoep aan het vegen zijn na de kermis.
Binnen de kortste keren word ik aangesproken door een handelaar, die met een borstel in de weer is voor zijn deur.
"Jan, heb jij zondag het debat over handel en middenstand gehoord op Radio Lede? Wat vond je ervan?"
Boeiend, en vrij makkelijk samen te vatten. Het grootste deel van de tijd waren de sprekers bezig met uitleggen hoe een zelfstandige zijn job moet doen. En als er iets is waar een politicus zich niet mee moet bezig houden, dan is het wel denken in de plaats van een zelfstandige.
Een politicus heeft op gemeentelijk vlak een totaal andere rol.
1) Een gemeentelijk politicus moet vooral heel bescheiden zijn. Een gemeente heeft zeer weinig mogelijkheden om een zelfstandige rechtstreeks bij te staan. Daarvoor zijn andere instanties beter geschikt.
Ik ben het voorstel van een collegapartij om een middenstandsconsulent op het gemeentehuis aan te stellen wel genegen. De Coöperatie stelde eerder al soortgelijke functies voor. Het ging toen om een armoedeconsulent en een seniorenconsulent. Het is zelfs goed om die taak over twee mensen te verspreiden. Iedereen wordt wel eens ziek of gaat op vakantie.
De opdracht van deze middenstandsconsulent is echter beperkt. Hij heeft enkel een taak om mensen door te verwijzen.
- Heeft een zelfstandige vragen over opleidingen? Dan zijn daar goede mogelijkheden voor, maar niet op gemeentelijk vlak.
- Heeft een zelfstandige vragen over administratie? Dan zijn daar goede mogelijkheden voor, maar niet op gemeentelijk vlak.
- Heeft een zelfstandige vragen over financiën en subsidies? Dan zijn daar goede mogelijkheden voor, maar niet op gemeentelijk vlak.
2) Wat is een zelfstandige? Dat is iemand die zo goed mogelijk een goed product verkoopt, die van te voren kijkt of er een markt voor zijn product is en die van te voren nadenkt over de promotie van zijn product. Daar hoeft een gemeente zich dus niet mee bezig te houden.
3) Wat is wel belangrijk. Een goed mobiliteitsplan. Klanten moet op een goede en comfortabele manier per auto, per fiets, te voet of met het openbaar vervoer in de buurt van de winkel kunnen komen. Wij kunnen handelaars in Lede centrum helpen door een goed fietspad aan te leggen van Impe naar Lede, of door de belbus te promoten in Wanzele.
4) Wat ook belangrijk is, is uitgebreid overleg voordat we aan wegenwerken beginnen. De middenstandsraad heeft te kampen met dezelfde problemen als de sportraad en de culturele raad. Ze zijn actief en organiseren van alles, maar hun kerntaak is adviseren. Met die adviezen wordt momenteel veel te weinig gedaan.
Indien we infrastructuurwerken pas beginnen na voorafgaand overleg met middenstandsraad, betrokkenen en andere specialisten, dan kunnen we verschillende problemen voorkomen.
5) Ruimtelijke ordening. Iemand die in de buurt van het centrum woont, gaat sneller naar een plaatselijke handelaar, dan iemand die in een deelgemeente een nieuwe woning bouwt.
6) Duidelijke regelgeving. Gisteren was het gebrek aan een reglement voor de terrashouders op de vernieuwde markt nog in het nieuws. Eerst een plein aanleggen met mogelijkheden om terrassen te plaatsen en nadien nadenken over regelgeving is de omgekeerde wereld. Als handelaren en de marktkramers ergens nood aan hebben dan is het aan zekerheid en duidelijke regelgeving.
Kortom, goed, duidelijk en gestructureerd bestuur is in het voordeel van iedere burger, maar het maakt zeker ook het leven van handelaren aangenamer en eenvoudiger. Gelukkig hebben wij bij De Coöperatie heel wat volk met bestuurservaring op de lijst staan.
Mijn samenvatting werd iets uitgebreider dan ik aanvankelijk verwachtte, maar onze handelaar kon nog voor openingstijd de rest van zijn stoep vegen en zijn deuren openen.
Ik liep verder en maakte me de bedenking dat de vragen in de loop van mijn dagboek een steeds langer antwoord krijgen. Er zal een moment komen dat ik geen politiek jogger meer ben, maar een politicus die af en toe jogt.