top of page

Over mobiliteit

Dagboek van een politiek jogger 24


Joggen is een ideale manier om politieke ideeën op te doen en te ontwikkelen, zeker over mobiliteit, en zeker in de buurt van het station van Lede.


Wat je merkt aan het station, hangt enorm af van het uur van de dag waarop je daar al joggend passeert. Tussen 6.00 en 7.00 uur 's ochtends is het daar een groot en boeiend mierennest. Voetgangers, fietsers en auto's krioelen door elkaar.


Om 10.00 's ochtends is het beeld totaal anders. Je ziet tientallen auto's ... die stilstaan. Je ziet nog veel meer fietsen ... die stilstaan, en je ziet enkele passagiers op het perron ... die ook stilstaan.


En zo kom je bij een van de centrale punten van mobiliteit. Mobiliteit gaat voor een groot stuk over stil staan. Auto's en fietsen worden het grootste gedeelte van de dag niet gebruikt. En auto's die van punt A naar punt B gaan, staan regelmatig in de file.


Wat kan je als gemeente nu doen om de mobiliteit te vereenvoudigen, vlotter en - vooral - veiliger te maken?

De eerste stap om verkeer veiliger en vlotter te laten verlopen, is auto's te vervangen waar mogelijk. Het belangrijkste middel is om het leven van een fietser, voetganger of busgebruiker aangenamer te maken.


1) Voor de fietsers zijn er verschillende mogelijkheden. Een eerste stap is om de zones 30 om te vormen tot fietsstraten, zeker in de buurt van scholen. Leerlingen die nu met de fiets naar school gaan, zijn vooral heel dapper. Aan schoolpoorten is het dikwijls gewoon gevaarlijk.


2) Een goede fietsstraat is een straat, die visueel herkenbaar is. Het aantal autogebruikers dat zich laat afschrikken door een bordje 'maximum 30 km/u' is minimaal. Het aantal autogebruikers dat zich langdurig laat intimideren door boetes ook. De beste oplossing is om die straat zo in te richten, dat auto's niet harder kunnen rijden.


3) Als gemeente kun je gemakkelijk voor goede fietsenstallingen zorgen. Aan de Bron staan goede fietsenstallingen. Het is zeer jammer dat dit aan de Volkskring en de sporthal niet zo is. In een goede, droge fietsenstalling laat je gemakkelijker een fiets achter.


4) Er is de afgelopen jaren geïnvesteerd in fietspaden. Het verband tussen de verschillende paden is helaas niet altijd duidelijk. Maak een plan met een ideaal fietsnetwerk, kijk hoeveel geld je hebt en beslis wat je wel en niet uit kunt voeren. Begin daarbij met de 'missing links' de kleinere stukken die bestaande fietspaden met elkaar verbinden.


5) Eigenlijk mogen we ook geen schrik hebben van een eigen circulatieplan. Dat is natuurlijk een beladen term, zo in de buurt van Gent. Maar als we straat per straat bekijken of éénrichtingsverkeer een oplossing is om de veiligheid van de fietsers te verhogen, zonder dat de auto's al te veel om moeten rijden (en al te veel fijn stof moeten uitstoten), zijn we al een eind op weg.


6) Vele landbouw- en veldwegen worden nu al vaak gebruikt door fietsers. Toch overdag. We kunnen het veiligheidsgevoel verhogen door, bij voorbeeld aan de Koningse Brug, straatverlichting te plaatsen.


7) En dan de fietstoets. We moeten bij alle toekomstige infrastructuurwerken kijken welke plaats de fietser krijgt. En dat voordat de eerste schop in de grond gaat.


Veel mogelijkheden, die allemaal geld kosten. Alles uitvoeren zal dus niet lukken. Maar politiek gaat over: een beleid uitstippelen, luisteren naar de mensen, keuzes maken en je keuzes uitleggen. En laat dat nu net vier zaken zijn die je aan De Coöperatie kunt toevertrouwen.



Omdat ik geen marathonloper ben, is het moeilijk om mobiliteit in zijn geheel te overpeinzen in een trainingssessie. Morgen denk ik verder na over gemotoriseerd vervoer en bussen.

25 weergaven

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page